Geef je mening over onze website
We werken constant aan de verbetering van onze website en dienstverlening. Heb je 15 minuten om je ervaring met ons te delen? De enquête is volledig anoniem.
We werken constant aan de verbetering van onze website en dienstverlening. Heb je 15 minuten om je ervaring met ons te delen? De enquête is volledig anoniem.
De houder van de managementfunctie (mandaathouder) waarvan de tussentijdse evaluatie wordt afgesloten met een vermelding ‘onvoldoende’ of aan wie tijdens de eindevaluatie een andere vermelding dan de vermelding ‘goed‘ werd toegekend kan hiertegen beroep aantekenen
De mandaathouder kan beroep aantekenen als:
Het beroep moet aangetekend worden binnen de 15 kalenderdagen volgend op de betekening van het eindverslag.
De behandeling gebeurt in een beperkt ministerieel comité, samengesteld uit 3 leden van de regering, waarvan 2 van dezelfde taalaanhorigheid als de geëvalueerde.
De mandaathouder wordt opgeroepen, uiterlijk acht werkdagen voor de zitting, om zijn verweermiddelen uiteen te zetten en moet persoonlijk verschijnen. De mandaathouder mag zich laten bijstaan door een persoon naar keuze. Deze laatste mag op geen enkel ogenblik en in welke hoedanigheid ook deelgenomen hebben aan de evaluatieprocedure. Zijn afwezigheid is, behalve bij overmacht, geen reden tot uitstel.
Als de mandaathouder of zijn verdediger, volgens de regel opgeroepen, zonder geldige reden niet verschijnt, doet het beroepsorgaan uitspraak op grond van de stukken van het dossier. Hetzelfde geldt zodra de zaak voor de tweede maal ter zitting komt, zelfs indien de mandaathouder of zijn verdediger een geldige reden kan aanvoeren.
Het beroepsorgaan hoort iedereen en verzamelt alle nodige gegevens opdat het met volle kennis van zaken zich kan uitspreken. Het formuleert binnen de maand een advies, waarna de evaluator (samen met de eventuele tweede evaluator) binnen de 15 kalenderdagen de definitieve vermelding toekent.