Andere informatie en diensten van de overheid: www.belgium.be

Geef je mening over onze website

We werken constant aan de verbetering van onze website en dienstverlening. Heb je 15 minuten om je ervaring met ons te delen? De enquête is volledig anoniem.

 Vul dan onze enquête in
 

Van toepassing voor
Mandaathouders

Inhoudstafel

Wanneer is er beroep mogelijk ?

De mandaathouder kan beroep aantekenen als:

  1. de tussentijdse evaluatie wordt afgesloten met een vermelding ‘onvoldoende’ of
  2. tijdens de eindevaluatie een andere vermelding dan de vermelding ‘goed ‘ werd toegekend

Hoe een beroepsprocedure opstarten?

Het beroep moet aangetekend worden binnen de 15 kalenderdagen volgend op de betekening van het eindverslag.

  • voor de voorzitter, de voorzitter van het directiecomité, de (adjunct)administrateur-generaal, de (adjunct)directeur-generaal:
    • bij het secretariaat van de Ministerraad

De behandeling gebeurt in een beperkt ministerieel comité, samengesteld uit 3 leden van de regering, waarvan 2 van dezelfde taalaanhorigheid als de geëvalueerde.

  • voor de andere mandaathouders:
    • bij de griffie van het Comité van Beroep bij de minister tot wiens bevoegdheid de ambtenarenzaken behoren.

Het Comité van Beroep

Samenstelling

  1. / : Het Comité van Beroep bestaat uit een Nederlandstalige en Franstalige afdeling. Elke afdeling is samengesteld uit 5 voorzitters.
  2. : Het Comité van Beroep bestaat uit een Nederlandstalige en Franstalige afdeling. Elke afdeling is samengesteld uit 4 administrateurs-generaal of directeurs-generaal en wordt voorgezeten door het oudste lid.

Het beroep is opschortend.

De mandaathouder wordt opgeroepen, uiterlijk acht werkdagen voor de zitting, om zijn verweermiddelen uiteen te zetten en moet persoonlijk verschijnen. De mandaathouder mag zich laten bijstaan door een persoon naar keuze. Deze laatste mag op geen enkel ogenblik en in welke hoedanigheid ook deelgenomen hebben aan de evaluatieprocedure. Zijn afwezigheid is, behalve bij overmacht, geen reden tot uitstel.

Als de mandaathouder of zijn verdediger, volgens de regel opgeroepen, zonder geldige reden niet verschijnt, doet het beroepsorgaan uitspraak op grond van de stukken van het dossier. Hetzelfde geldt zodra de zaak voor de tweede maal ter zitting komt, zelfs indien de mandaathouder of zijn verdediger een geldige reden kan aanvoeren.

Het beroepsorgaan hoort iedereen en verzamelt alle nodige gegevens opdat het met volle kennis van zaken zich kan uitspreken. Het formuleert binnen de maand een advies, waarna de evaluator (samen met de eventuele tweede evaluator) binnen de 15 kalenderdagen de definitieve vermelding toekent.

Regelgeving

  • Koninklijk besluit van 29 oktober 2001

    Koninklijk besluit van 29 oktober 2001 betreffende de aanduiding en de uitoefening van managementfuncties in de federale overheidsdiensten Gecoördineerde versie
  • Koninklijk besluit van 16 november 2006

    Koninklijk besluit van 16 november 2006 betreffende de aanduiding en de uitoefening van de management- en staffuncties in sommige instellingen van openbaar nut Gecoördineerde...