Basis voor hr-processen
Competentiemanagement, dat de basis vormt voor hr-processen, maakt het mogelijk om de competenties die nodig zijn voor de verschillende binnen de federale overheid te verduidelijken.
Competentiemanagement stelt de federale overheid ook in staat te anticiperen op de behoefte aan competenties in het licht van de grote uitdagingen van de organisaties. Het is dus een cruciaal element in de ontwikkeling van een organisatie. Het maakt ze wendbaar en flexibel ten aanzien van veranderingen op de arbeidsmarkt, toenemende digitalisering, nieuwe samenwerkingsvormen, enz. en zorgt ervoor dat de organisatie nieuwe kansen kan grijpen.
Competentiemanagement is daarom nuttig op alle niveaus van de organisatie, van het vervullen van de opdrachten tot de ontwikkeling van medewerkers, en de verdeling van taken en het groeien van teams.
Competentiemanagement wordt ondersteund door een competentiemodel, dat de federale competenties op een gestructureerde manier samenbrengt. Het model laat een organisatie toe om de nadruk te leggen op de competenties die nodig zijn om haar missies uit te voeren. En het zorgt ervoor dat medewerkers de competenties die nodig zijn voor hun functie op eenzelfde manier begrijpen, het geeft hen een duidelijk beeld van wat ze inhouden en hoe ze competenties kunnen ontwikkelen.
Het competentiemodel van de federale overheid bestaat uit gedragscompetenties en technische competenties.
Belangrijkste principes
De belangrijkste principes van het competentiemodel zijn:
- Eenvoudig: een model dat gemakkelijk te gebruiken is;
- Flexibel: een model dat flexibel kan worden toegepast in verschillende hr-processen;
- Geïntegreerd: een model dat geïntegreerd is in de verschillende hr-processen en dat ook de visie op van het leiderschap en de waarden van de federale overheid integreert;
- Klantgericht: een model dat beantwoordt aan de behoeften van de gebruikers;
- Toekomstgericht: een model dat rekening houdt met ‘futureproof’ competenties zoals kritisch denken, creativiteit, samenwerking, actief en levenslang leren, digitale aspecten, enz.
Gedragscompetenties
Het competentiemodel van de federale overheid bestaat uit 12 gedragscompetenties, georganiseerd in 4 groepen:
Reflecteren en creëren |
Uitwisselen en samenwerken |
Handelen en resultaten behalen |
Jezelf kennen en groeien |
Kritisch denken |
Communiceren |
Oplossingsgericht zijn |
Jezelf kennen |
Creatief denken |
Samenwerken |
Resultaatgericht zijn |
Je ontwikkelen |
Een visie ontwikkelen |
Begeleiden |
Klantgericht zijn |
Wendbaar zijn |
Deze gedragscompetenties worden gedefinieerd in het competentiewoordenboek en uitgesplitst in beheersingsniveaus en bijbehorende gedragsindicatoren.
Technische competenties
Technische competenties omvatten kennis en knowhow, die enerzijds technische kennis en deskundigheid zijn en anderzijds de kunst om kennis en leren toe te passen in een bepaalde situatie en context.
Ze zijn onderverdeeld in twee hoofdrubrieken: beroep en ondersteuning.
De rubriek 'beroep' omvat technische competenties rond regelgeving, vaardigheden, methodologie en context. De rubriek 'ondersteuning' omvat technische competenties rond kantoortoepassingen, software, materiaal, talen en schriftelijke en mondelinge communicatietechnieken.
In tegenstelling tot gedragscompetenties zijn er enorm veel vakgebieden en beroepen. Er bestaat dus geen uitputtende lijst van alle technische competenties.
Competentieprofielen
Competentieprofielen worden gebruikt om:
- aan te geven wat de federale overheid verwacht van haar medewerkers op vlak van competenties;
- de gedrags en technische competenties te bepalen die nodig en voldoende zijn voor een functie;
- het vereiste beheersingsniveau van deze competenties te bepalen;
- de verschillende hr-processen te ondersteunen op basis van deze competenties;
- de focus te leggen op de ontwikkeling van gedrags en technische competenties die cruciaal worden geacht voor een bepaalde periode.
Gedragscompetentieprofielen
De gedragscompetenties en technische competenties die nodig zijn om een functie uit te oefenen, worden opgenomen in een competentieprofiel.
De gedragscompetentieprofielen van de federale overheid zijn opgesteld op basis van een analyse van de en hun onderscheidende criteria.
De functiefamilies zijn groeperingen van alle functiebeschrijvingen A, B, C en D volgens hun werkproces en ze beschrijven de verschillen in complexiteit volgens niveaus en klassen. Voor de federale overheid zijn er 18 functiefamilies bepaald.
De gedragscompetentieprofielen zijn geïntegreerd in de definities van de families en kunnen direct worden gekoppeld aan de functies die tot deze families behoren.
Het rooster met gedragscompetentieprofielen geeft een overzicht van alle profielen.
Technische competentieprofielen
In tegenstelling tot voor gedragscompetenties is er geen standaardprofiel voor technische competenties. Deze profielen worden opgesteld door organisaties op basis van de competenties die nodig en voldoende zijn om de functie uit te oefenen. Het technische competentierooster wordt gebruikt om de profielen op een gestructureerde en consistente manier voor te stellen.
Er bestaat ook een lijst technische competenties per functiefamilie (ongeacht het functieniveau) die als gemeenschappelijke basis kan dienen voor het opstellen van deze profielen.