Andere informatie en diensten van de overheid: www.belgium.be
Van toepassing voor
  • Contractuelen
  • Stagiairs
  • Statutairen
  • Mandaathouders

Inhoudstafel

  • Jaarlijks vakantieverlof

    In de tabel onderaan vind je een overzicht van het aantal vakantiedagen waar je recht op hebt als je voltijds werkt. Je zal zien dat het afhankelijk is van de leeftijd.

    Je kiest zelf wanneer je je jaarlijks vakantieverlof opneemt, je moet wel rekening houden met de behoeften van je dienst.

    Overdracht vakantieverlof naar volgend jaar

    Als je je vakantieverlof (tot 24 vakantiedagen, de rest kan je opsparen, zie lager) niet volledig hebt kunnen opnemen, dan bepaalt de leidend ambtenaar of zijn afgevaardigde hoe je je vakantieverlof naar het volgende jaar kan overdragen (het verlof dat je overdraagt moet dan wel in dat jaar opgenomen worden).

    Overdracht vakantieverlof niet beperkt tot 1 jaar

    Als je je jaarlijks vakantieverlof (tot 24 vakantiedagen, de rest kan je opsparen) niet hebt kunnen opnemen door onderstaande redenen, dan is de overdracht niet beperkt tot één jaar:

    • een afwezigheid wegens ziekte
    • een arbeidsongeval
    • een ongeval op weg van of naar het werk
    • een beroepsziekte.

    Bij je terugkeer wordt het jaarlijks vakantieverlof opgenomen rekening houdend met de behoeften van de dienst.

    Splitsing en opschorting

    Als je je verlof splitst, heb je het recht om een doorlopende periode van ten minste twee weken op te nemen.

    Je jaarlijks vakantieverlof wordt opgeschort zodra je verlof wegens ziekte hebt of in disponibiliteit wegens ziekte wordt geplaatst (KB 19.11.1998, art. 12, §3). Dit betekent eveneens dat alle regels met betrekking tot het toezicht op de afwezigheid wegens ziekte van toepassing zijn (verwittiging van de werkgever, ziekteattest en ziektecontrole.

     
     

    Opgespaard jaarlijks vakantieverlof

    Je kan nu een bepaald gedeelte van je verlof opsparen tot een maximum van 100 vakantiedagen.

    Het gaat hier over alle vakantiedagen boven de 24 vakantiedagen. Voor personeelsleden tot 45 jaar zijn dat dus 2 dagen per jaar. In de tabel onderaan vind je in de laatste kolom de dagen die je kan opsparen. Het gaat hier dus niet over bijkomende verlofdagen, maar het gedeelte van je vakantieverlof dat je kan opsparen.

    Het jaarlijks aantal vakantieverlofdagen dat je kan sparen hangt af van je leeftijd en je werkregime. Dat varieert dus van persoon tot persoon.

    Bijvoorbeeld: een personeelslid (60 jaar) heeft op basis van zijn prestaties in 2021 recht op 30 werkdagen jaarlijks vakantieverlof.

    • De persoon neemt 14 werkdagen jaarlijks vakantieverlof op in de loop  van 2021. Op 31 december 2021 zijn er 16 werkdagen jaarlijks vakantieverlof niet opgenomen.
    • Van deze 16 werkdagen kan de persoon maximum 6 werkdagen opsparen op de tijdspaarrekening en 10 werkdagen overdragen naar het volgend jaar op voorwaarde dat er binnen de organisatie een overdrachtsregeling bestaat die dit toelaat.

    Je kiest zelf wanneer je je opgespaarde vakantieverlof opneemt, je moet wel rekening houden met de behoeften van je dienst.

    Als je ten minste 20 vakantiedagen opgespaard vakantieverlof wil opnemen, kan dit niet geweigerd worden om dienstredenen en moet je het twee maanden op voorhand aanvragen, tenzij

    • je eigen administratie een kortere termijn aanvaardt
    • je geconfronteerd wordt met een ziekenhuisopname
      • van een persoon waarmee je onder hetzelfde dak woont of
      • van een kind, vader of moeder van jou of van je echtgenoot/echtgenote.

         

    Uitbetaling vakantieverlof

    • Bij gewoon vakantieverlof: als het resterend verlof niet werd opgenomen voor je de dienst verlaat (wegens dienstredenen of bij vertrek uit de dienst met onmiddellijke ingang zonder vooropzeg de hoedanigheid van personeelslid verliezen) of overlijdt, dan heb jij of je erfgenamen recht op een  compensatietoelage waarvan het bedrag gelijk is aan de laatste wedde die overeenstemt met het aantal niet genomen dagen.
    • Bij opgespaard vakantieverlof: als het opgespaard vakantieverlof niet werd opgenomen voor je de dienst verlaat (om welke reden ook) of overlijdt, dan heb jij of je erfgenamen recht op een compensatietoelage waarvan het bedrag gelijk is aan de laatste wedde die overeenstemt met het aantal niet genomen dagen.
    • Bekijk ook de info over de compenserende toelage.

       

    Aantal dagen

    Het aantal dagen van je jaarlijks vakantieverlof hangt af van je leeftijd.

    Leeftijd

    Jaarlijks aantal

    vakantiedagen

    Waarvan jaarlijks op te

    sparen (tot 100 dagen)

    18-44 jaar

    26

    2

    45-49 jaar

    27

    3

    50-54 jaar

    28

    4

    55-59 jaar

    29

    5

    60 jaar

    30

    6

    61 jaar

    30

    6

    62 jaar

    31

    7

    63 jaar

    32

    8

    64 jaar

    33

    9

    65 jaar 34 10
    Vanaf 66 jaar 35 11

     

    Het gaat niet om de leeftijd die je op 1 januari hebt, maar om de leeftijd die je in de loop van een kalenderjaar bereikt.



    Voorbeeld: Je wordt op 8 november 2023 60 jaar, dan heb je vanaf 1 januari 2023 recht op 30 dagen vakantieverlof.


     

    Vermindering van de duur

    Algemeen

    Het jaarlijks vakantieverlof wordt vastgesteld op het lopend jaar en niet op het voorgaande jaar.



    Je jaarlijks vakantieverlof wordt proportioneel verminderd

    • als je geen volledig jaar in dienst bent
    • als je één van de volgende verloven opneemt:
      • verlof voor kandidaatstelling bij verkiezingen
      • verlof voor stage of proefperiode
      • halftijdse vervroegde uittreding
      • vrijwillige vierdagenweek
      • vierdagenweek met en zonder premie
      • halftijds werken vanaf 55 of 50
      • verlof voor opdracht
      • loopbaanonderbreking
      • verminderde prestaties wegens medische redenen
      • afwezigheden waarbij je in de administratieve stand van non-activiteit of disponibiliteit bent geplaatst.

    Deze regel geldt ook voor contractuele personeelsleden. Daarnaast worden geboorteverlof, ziekteverlof, adoptieverlof, pleegouderverlof en pleegzorgverlof gelijkgesteld met gewerkte dagen. Deze verloven worden beschouwd als dienstactiviteit.

     

    Berekening aantal bij afwezigheid

    Je kan hiervoor ook bij je personeelsdienst terecht. Het totaal aantal van deze afwezigheidsdagen (uit de lijst hierboven) tijdens de beschouwde 12 maanden is de “Y” in de berekeningsformule van het jaarlijks vakantieverlof:

    Formule berekening verlof/calcul du congé

    Formule: Je vermenigvuldigt het totaal aantal dagen afwezigheid (Y) met 26. Het getal dat je uitkomt deel je door 260. Het getal dat je dan uitkomt breng je in vermindering van 26. Het getal dat je dan uitkomt is het totaal aantal verlofdagen waarop je recht hebt.

    Legende bij de formule:

    • 26 d = 26 dagen 'gewoon' jaarlijks vakantieverlof voor iemand jonger dan 45
    • y = totaal aantal afwezigheidsdagen
    • 260 = 52 weken x 5 werkdagen
    • n = totaal aantal verlofdagen

    Als na de vermindering het aantal dagen niet op een geheel getal uitkomt, wordt het afgerond naar de onmiddellijk hogere eenheid. Als iemand te veel jaarlijks vakantieverlof opgenomen heeft, kan dit aangezuiverd worden met het jaarlijks vakantieverlof van het volgende jaar.

     

  • Voorbeeld bij berekening

    Een personeelslid van 29 jaar (contractueel of statutair) nam 6 maanden (1/06/20xx-30/11/20xx) halftijdse (50%) loopbaanonderbreking voor ouderschapsverlof met elke dag prestaties.

    --> Y= 65,5 (afwezigheidsdagen)

    Berekening voorbeeld/exemple

    Berekening vakantiejaar 20xx: 26 dagen vermenigvuldigd met 65,5 afwezigheidsdagen is 1703. 1703 gedeeld door 260 is 6,55. 26 dagen in vermindering gebracht met 6,55 is 19,45. Dit wordt afgerond naar de onmiddellijk hogere eenheid 20. Deze persoon heeft een totaal van 20 dagen jaarlijks vakantieverlof.

  • Gevolgen

    Contractuelen

    • Recht op wedde: ja
    • Recht op weddeverhoging: ja

    Statutairen, stagiairs en mandaathouders

    • Administratieve stand: dienstactiviteit
    • Recht op wedde: ja
    • Vermindering ziektekrediet: neen

Regelgeving

Koninklijk besluit van 19 november 1998

Koninklijk besluit van 19 november 1998 betreffende de verloven en afwezigheden toegestaan aan de personeelsleden van de rijksbesturen Gecoördineerde versie